Breng woede en verdriet in balans
Osho: “Boosheid en verdriet zijn hetzelfde. Verdriet is passieve boosheid en boosheid is actief verdriet. Voor een verdrietig mens is het moeilijk om boos te worden. Als je een treurig mens boos kunt maken, verdwijnt zijn verdriet onmiddellijk. Het is voor een boos iemand heel moeilijk om treurig te zijn. Als je erin slaagt hem verdrietig te maken, verdwijnt zijn boosheid op slag.
In al onze emoties zet de fundamentele tegenstelling zich voort - van man en vrouw, yin en yang, mannelijk en vrouwelijk. Woede is mannelijk en verdriet is vrouwelijk. Dus als je in harmonie bent met verdriet dan is het moeilijk op woede over te schakelen. Maar ik zou toch willen dat je dat deed. Breng het naar buiten, laat het eruit komen. Zelfs als het eruit ziet als nonsens, ook dan - wees in je eigen ogen een rare snuiter, maar werk het eruit!
Als je kunt dobberen tussen woede en verdriet, worden beide naar evenredigheid gemakkelijk. Je beleeft dan een transcendentie, een overstijgen, en bent in staat toeschouwer te zijn. Je kunt achter het scherm staan en deze spelletjes bekijken en dan kun je aan beide ontstijgen.
Maar eerst moet je gemakkelijk tussen deze twee heen en weer bewegen; anders ben je geneigd verdrietig te zijn - en als iemand zwaar op de hand is, is transcendentie moeilijk.
Denk eraan, als twee energieën, tegengestelde energieën, precies gelijk zijn, fifty-fifty, dan is het erg eenvoudig de dans te ontspringen, omdat zij elkaar dan bevechten en opheffen en dan ben jij niet in de greep van één van beide. Je verdriet en je woede zijn fifty-fifty, gelijke energieën, dus schakelen ze elkaar uit. Plotseling heb je de vrijheid en kun je eruit glippen.
Maar als verdriet zeventig procent uitmaakt en woede dertig procent, dan is het heel moeilijk. Dertig procent woede in tegenstelling tot zeventig procent verdriet betekent dat er nog veertig procent verdriet overblijft en dan is het niet mogelijk; je bent niet in staat er gemakkelijk tussenuit te glippen. Die veertig procent blijft rondhangen.
Dus dit is één van de fundamentele wetten waar het innerlijke energieën betreft - laat tegengestelde uitersten altijd tot een gelijke positie komen, dan is het je mogelijk aan beide te ontsnappen. Het is alsof twee mensen aan het vechten zijn en jij kunt ontkomen. Zij zijn zo met zichzelf bezig dat jij je geen zorgen hoeft te maken en jij ontsnappen kunt.
Maar laat de mind erbuiten. Maak er alleen een oefening van; je kunt er een dagelijkse oefening van maken; ga niet wachten tot de gelegenheid zich voordoet.
Iedere dag moet je wel eens even kwaad zijn - dat maakt het gemakkelijker. Dus spring, ga joggen, schreeuw en breng het naar buiten. Als je zonder enige reden voor boosheid kunt zorgen, dan maakt dat je heel gelukkig, omdat je nu vrij bent. Anders wordt zelfs woede door situaties beheerst en ben jij er geen meester over. Als je woede niet tevoorschijn kunt halen, hoe kun je haar dan laten varen?
In het begin lijkt het een beetje lastig, het lijkt vreemd en ongelooflijk, omdat je altijd in de theorie hebt geloofd dat het iemand anders was wiens belediging oorzaak van jouw woede was. Dat is niet waar. Er is altijd al woede geweest; iemand heeft je alleen maar een excuus aangereikt om in woede te ontsteken.
Je kunt jezelf een excuus bezorgen: stel je een situatie voor, waarin je woest zou zijn geweest en word dan ook woest. Praat tegen de muur en zeg lelijke dingen en het duurt niet lang of de muur dient je van repliek! Ga gewoon compleet door het lint. Je moet woede en verdriet op een gelijk niveau brengen, waarop ze precies aan elkaar evenredig zijn. Ze gaan elkaar dan elimineren en jij kunt er tussenuit knijpen.
George Gurdieff noemde dit gewoonlijk de manier van de sluwe kerel - innerlijke energieën tot een zo hoog conflict opstuwen, dat zij samen aan de gang gaan elkaar uit te schakelen en jij de gelegenheid hebt te ontkomen."